Ik kreeg ze niet stil………

Enige tijd geleden was ik op een school om een studiemiddag voor te bereiden. Tijdens het gesprek meldde de directeur dat er grote problemen waren in groep 4. Een grote groep (boven de 30 leerlingen) in een te klein lokaal, veel verschil in niveau maar ook gedrags- en aandachtproblemen. Een drukke groep dus en inmiddels waren al twee leerkrachten stukgelopen en ziek thuis. Deze week was er een invalleerkracht en de volgende leerkracht zou een week later beginnen.

In de gang was de groep net bezig om naar het gymnastieklokaal te gaan. Terwijl de juf stond te wachten, kon ik mooi een gesprekje aanknopen met een aantal leerlingen. Nieuwsgierig, vrij en open wilden ze weten wie ik was en wat ik kwam doen. Ik vond het een leuk stel.

In de auto terug bleef deze groep 4 mij puzzelen. En ik bedacht me dat het wellicht een goed idee was om met hen het eerste lesje van het traject Mindful Onderwijs te doen. Misschien lukte het daarmee om de aandacht en focus van de leerlingen vast te houden en zou het de leerkracht kunnen helpen! En het zou de kracht van Mindful Onderwijs aantonen! Gebeld en een afspraak gemaakt.

Een week later was ik te gast in de groep. Toen ik binnenkwam, kreeg ik het gevoel de Bijenkorf tijdens de Drie Dwaze Dagen binnen te komen. De leerkracht zorgde er op zijn eigen wijze voor dat de groep stil werd, alles los liet (ook elkaar) en de aandacht werd op mij gericht.

Vanaf het moment dat ik startte, voelde ik dat er niet 100% aandacht was.
Niet erg, misschien komt dat nog….of niet…..ook goed…
Maar wat ik ook deed of zei, het bleef onrustig.
Omdat mijn ervaring met deze les is, dat kinderen geboeid raken door de opdrachten, ging ik rustig verder.
Ik corrigeerde de ene kant van de groep maar terwijl ik daarmee bezig was, ging het aan de andere kant mis. En zo ging het van kwaad tot erger. De groep werd drukker en drukker en ik kreeg het steeds warmer.

En toen realiseerde ik me: “Ik krijg ze niet stil….”

Ook dit gaat voorbij

Wat zich vervolgens in mijn hoofd afspeelde, verbaasde me en verbaast me nog steeds.

Was dit 30 jaar geleden gebeurd, was de schuld van deze situatie bij de kinderen terecht gekomen. Onopgevoede kinderen, misschien was het wel de schuld van de ouders! Respectloze kinderen, houden zich niet aan afspraken! Te jong, te grote groep in een te klein lokaal, dat moet tot ellende leiden! Etc….

Was dit 15 jaar geleden gebeurd, was de schuld bij mij komen te liggen. Met jouw ervaring, wat een afgang, ik heb me niet goed voorbereid, ik heb onvoldoende in de ogen van de kinderen gekeken, ik moet stoppen met dit vak! Etc……

En nu?
Ik kon nu met een glimlach naar de situatie kijken. Dit was wat er op dat moment gebeurde. Meer niet…..het ging en gaat niet om schuld. Het werkt niet. Punt.
Ik keek met een glimlach en lichte verbazing naar een gedachte die in mijn hoofd ontstaan was maar geen werkelijkheid werd. Maar ik vond het niet erg! Zo gaat het vaak in ons leven.

De dagen na deze gebeurtenis bedacht ik me dat mijn veranderde houding tot stand is gekomen door Mindfulness. Dat heeft me geleerd om niet altijd in mijn hoofd te leven maar in het NU te zijn en te accepteren wat zich voordoet. Ik doe mijn best en leer dagelijks bij.

Maar deze groep 4 heeft mij een lesje geleerd, een levensles…… en ik ben er blij mee!

Niks doen is altijd een optie…

Het is bijna half negen als ik het schoolplein oploop. Een vader kijkt mij geïrriteerd aan. Hij stopt en roept nijdig tegen zijn zoontje dat hij op moet schieten. De kleuter geniet echter van de regen die gestaag naar beneden valt. Hij kijkt met grote interesse naar een plas op het plein. Zijn vader loopt op hem af, pakt hem beet en sleurt hem mee. Het jongetje kijkt meewarig naar het eenzame water.

Als ik binnen ben en naar de parkeerplaats kijk, is het een komen en gaan van ouders met auto’s. Ik zie gehaaste ouders met rugzakjes en broodtrommeltjes hun kinderen aansporen om op te schieten. Binnen snel jas uit, ophangen, rugzak opbergen, broodtrommeltjes op de plank, inschrijven voor overblijven, kusje, afscheid. Met versnelde pas naar de auto en weg zijn ze, het drukke leven in.

Binnen verliest de leerkracht anno 2013 geen moment kostbare leertijd. Het programma van de dag staat al op het digibord en binnen enkele minuten worden kinderen aan het werk gezet. De druk om te presteren is groot en er is nog zoveel te doen…..
Tijd is geld.

De 10-jarige HAVO is onacceptabel en mag niet meer. Verkeerde keuze op universiteit? Jammer, in een volgend leven beter nadenken! Laatbloeiers zijn dus losers. Veel jongens haken voortijdig af…Efficiëntie is de norm en wie hard werkt, wordt beloond. Onze huidige maatschappij staat vol van stress, gehaastheid en druk,druk,druk.

Met grote verwondering aanschouw ik deze waanzin. De wereld om me heen lijkt gevangen in een neerwaartse spiraal van meer doen in minder tijd en tegelijkertijd beter resultaat verwachten. Zei Einstein hier niet over dat dat idioot is?

Zijn we onze kinderen aan het leren dat er altijd een doe-stand moet zijn? Niks doen is slecht……Volgens mij niet. Het is hoog tijd dat we even stoppen.
Het is interessant om te weten dat Tibetaanse boeddhisten het doorhollen juist als luiheid zien. Luiheid betekent in hun ogen dat je niet de tijd neemt om bewust en met aandacht naar jezelf en de omgeving te kijken.

Mindfulness is niet voor niets bezig met een opmars in de Westerse wereld. Bevrijding van stress, negatieve gevoelens en gedachten en meer ontspanning in het dagelijkse bestaan zijn de effecten die worden genoemd door aanhangers.
Maar waarom moeten kinderen wachten op trainingen voor volwassenen? Laten we ons onderwijs mindful maken.

Boeddhisme verandert de wereld nietMindfulness verandert niet de wereld, het verandert onze kijk op de wereld.

 

Mooi om dat leerlingen aan te bieden!

Als we oordelen, ontnemen we de ander verantwoordelijkheid

Als we ervan uitgaan:
dat kinderen, net als wij, menselijke wezens zijn
dat ze, net als wij, hun verlangens en doelen hebben
dat ze, net als wij, de wereld waarnemen op hun eigen wijze
dat ze, net als wij, op unieke wijze plannen maken om hun doel te bereiken, gebaseerd op hun eigen waarneming
dat ze, net als wij, hun wereld willen vormgeven zoals zij denken dat dat zou moeten
dat ze, net als wij, daarbij hun eigen prioriteiten stellen:

hoe kan het dan zijn dat wij menen te weten waar kinderen mee bezig zijn?

Als we oordelen over wat kinderen doen, ontnemen we hen verantwoordelijkheid. Wij bepalen immers of het goed of een beetje goed of helemaal niet goed is wat ze doen. Dat doen we vanuit onze eigen waarneming, met onze doelen, met onze structuren, met ons plan in gedachte.
Maar hoe zit dat bij het kind met de eigen waarden, verlangens en beelden?

Als we respect tonen, helpen we een kind met naar binnen kijken. Door vragen te stellen, kan een kind bij zichzelf te rade gaan en bepalen wat het nu echt wil en hoe dat met respect voor anderen kan.
Als de goede vragen worden gesteld in een respectvolle relatie, leert een kind daarmee zelfreflectie te ontwikkelen en is het in staat om op een effectieve wijze de eigen, interne vraagstukken op te lossen. Hiermee kan een mens zelf-verantwoordelijk gedrag vertonen.

RTP

Het heeft geen zin om te straffen of te belonen om daarmee ander, duurzaam gedrag te verwachten. Sterker nog, uiteindelijk blijkt het contraproductief.
Mensen veranderen hun gedrag alleen maar als er intern iets plaatsvindt (geldt ook voor u en mij!).

Bij conflicten en storend gedrag hebben we de neiging om naar het waarom te vragen. Deze vraag zorgt er onmiddellijk voor dat mensen hun verantwoordelijkheid kunnen ontlopen.
Waarom indiceert al een oordeel. En dat willen we niet!

Beter is het om, door vragen te stellen, de ander ‘naar binnen te laten kijken’. De eerste vraag is hem/haar te laten benoemen wat er gebeurd is en of dat volgens de gemaakte afspraken is en wat de consequentie is. Als we daarna vragen of dit is wat de ander wilde en wat hij/zij eigenlijk zou willen, wordt het duidelijk waar de mogelijkheden zitten. De slotvraag is wat er gebeurt als de afspraak weer geschonden wordt.

Als bovenstaande vragen met oprechte interesse en aandacht en zorg worden gesteld, zal de ander voelen dat er niet geoordeeld maar gesteund wordt.

Bovenstaande manier van werken als een trucje zien om anderen te corrigeren, zal tot niets leiden.
Met open hart, open mind en open wil aan de ander deze vragen stellen, zal zorgen voor zelfinzicht en uiteindelijk zelfverantwoordelijkheid.

Wat we van een zeilwedstrijd kunnen leren!?

In 2013 was ik in de ban van een van de oudste zeilwedstrijden ter wereld, de America’s Cup. Na afloop zag ik ineens de relatie met ons dagelijks leven, zowel op innerlijk, persoonlijk niveau als de link met organisaties (en maatschappij).

De America’s Cup eindigt in een finale tussen twee zeilboten van verschillende landen. Dit keer was het een spectaculair gevecht tussen de supercatamarans van Nieuw Zeeland en die van de VS. De bemanning bestaat uit ongeveer 12 man. Deze zeilmonsters bereiken topsnelheden van tegen de 80 km/uur!
Er worden elke dag een of twee races gevaren. Het team met als eerste 9 gewonnen races, wint de cup.

In de eerste races waren de Kiwi’s veruit de sterkere partij. Met overtuiging en groot verschil wonnen ze de races van de Amerikanen. In de persconferenties na afloop was het commentaar van de Amerikaanse schipper steevast dat de wedstrijd nog niet gelopen was. Hij bleef geloven dat hij kon winnen. Toen de stand 8-1 was, merkte hij met een stalen gezicht op dat hij slechts 8 races op rij hoefde te winnen om de Cup te veroveren. Hoon! De dag erna won hij de race. En de dag erna en daarna, etc.
Uiteindelijk was het 8-8. Het ging dus uiteindelijk om de laatste race! De Kiwi’s hadden een sterke start en de Amerikanen maakten een stuurfout. Op dit niveau is de race dan al beslist. Maar……. heel langzaam maar zeker kwamen de Amerikanen dichterbij en wonnen de race (en de Cup) uiteindelijk met een stevige voorsprong.

Vallen

Hoe kwam deze opmerkelijke come-back tot stand en wat is hier van te leren?
In de persconferenties roemde de Amerikaanse schipper steevast zijn team. Niet alleen zijn zeilteam maar ook het walteam. Niet alleen de ontwerpers maar ook de schoonmakers, de chauffeurs. Voortdurend sprak hij zijn bewondering uit voor de teamspirit. Ook bij een verloren race sprak hij zijn waardering uit voor de werklust en discipline van ‘zijn’ mensen. Ze geloofden in het collectief.
We hoorden later dat er elke dag tussen het zeilteam en de onderhoudsmensen gesproken werd over welke verbeteringen mogelijk zouden zijn en elke nacht werd er aan de boot gesleuteld. Er werden voortdurend aanpassingen gedaan. Ook toen ze races gingen winnen, bedachten ze manieren om de boot sneller te maken!
De mindset van deze club was dat ze bleven geloven in hun eigen kracht. Ze bleven geloven in de eindzege. Ze gaven niet op. Bij een tegenslag zochten ze naar een verbetering. Bij een overwinning zochten ze naar een verbetering….

De Kiwi’s stonden op een royale voorsprong. Wat ging er mis? Wat mij opviel, was dat het geweldige zeilers zijn. Vakmensen en keihard werkend! Maar……toen het minder ging, bleven ze herhalen wat ze in de eerste (gewonnen) races deden. Want dat werkte! Toen…
Je zag langzaam maar zeker de frustratie en vertwijfeling toeslaan. De schipper die tijdens persconferenties eerst nog relaxed en zelfverzekerd overkwam, werd stiller. Zijn lichaamstaal liet zien dat hij ging twijfelen. Tijdens de laatste twee dagen en zeker na afloop had ik ook medelijden met hem. Ik zag een gebroken man….

Teambuilding, blijvend verbeteren, niet blijven herhalen wat toch niet werkt en een goede mindset, zijn factoren die in deze wedstrijd het verschil maakten.

Hoe zit dat bij jou?

De laatste race:

Relatie, competentie en autonomie

Terwijl ik vanmorgen in mijn tuin liep, passeerde een peutermeisje mijn perceel. Ik hoorde haar roepen naar oma en zag iets voorbij stuiven. Ze stopte bij mijn huis. “Ik fiets zonder zijwieltjes!”, riep ze tegen me.

Basisbehoefte competentie….

 

“Knap, hoor! Je doet het goed”, zei ik tegen haar met een lach.
“Zag je mij dan?”
“Ja, ik liep langs de heg en hoorde je met een vaart langskomen en ik dacht, die gaat hard.”
“Ja, dat was ik, en daar komt mijn oma.”

Basisbehoefte relatie….

 

Ik zei haar dat ik het een grote meid vond en vroeg haar wel op te letten omdat zo’n 15 meter verder het fietspad ophoudt en er weer auto’s rijden.
Ze keek me meewarig aan:
“Jaaa, dat weet ik ook wel! Oma, schiet eens op!”

Basisbehoefte autonomie….

 

 

 

Mensen helpen

 

Ik bedacht me hoe mooi het leven is en hoe graag ik met kinderen werk. Met een big smile ging ik weer verder. Ik moest denken aan mijn collega die weer gekozen heeft om dagelijks met kinderen te werken. Goed idee!

Misschien…..

Juf José

28 juni 2013

Opeens is ze er niet meer, 49 jaar. Zomaar, weg uit het leven.

We waren 22 jaar collega’s/vrienden, hebben samen klassen gedraaid, gediscussieerd over onderwijs, intieme gesprekken gevoerd, genoten van de kinderen op onze school maar we hebben vooral veel lol met elkaar gehad. Supercollega.
Altijd op zoek naar de positieve kanten van de kinderen, altijd zichzelf aan het verbeteren, altijd goede contacten met ouders. Superjuf.
Optimistisch, altijd vrolijk, omdenker, integer, open, eerlijk, spontaan, lief, zorgzaam, attent, waren haar eigenschappen. Supermens.

De belangstelling voor haar uitvaart was zo overweldigend dat een tweede ruimte gebruikt moest worden om mensen een plek te bieden. Zoveel mensen, zoveel verdriet.
De prachtige speech van haar partner ging over de enorme leegte die ze achterlaat in haar gezin en familie. Hoe gaan we zonder haar verder? Zoveel angst, zoveel verdriet.
Een ontroerend pianospel van haar zoon, een emotioneel afscheid door haar dochter en de kreten van haar jongste zoon in de zaal weerspiegelden José. Dit, deze combinatie, dat was José helemaal……tranen bij het idee dat ze er niet meer is…..

Een schoonzus vertelde dat José orgaandonor was en hield een stilmakend verhaal over deze beslissing van José en wat dit betekende voor vier onbekende families. Tegenover het immense verdriet hier staat de vreugde daar. Omdenken!
Zelfs na haar overlijden wist José nog iets te betekenen voor haar medemens. Wat een voorrecht voor hen om iets van deze supervrouw te mogen dragen, een ‘geschenk uit de hemel’,
….Ik was bijna jaloers…

Na afloop dacht ik na over het verdriet, over het leven, over ons leven, over mijn leven.
José was een levensgenieter. Ze dacht altijd even na en deed dan wat ze van plan was.
Leef nu was haar credo. Wat later op je pad komt, los je later wel op.

Doe ik nu wat ik echt wil doen? Leef ik echt zoals ik wil leven? Ben ik echt wie ik wil zijn?
Vragen die me de komende tijd wel weer bezig zullen houden.

Nu ben ik alleen maar bezig met José los te laten…..Superwoman!

 

 

 

Jose

Zonder jou
De wereld is wonderlijk leeg zonder jou
Er staat maar zo weinig meer in
De hemel is aldoor zo hinderlijk blauw
Waarom? Wat heeft het voor zin?
De merel zit zachtjes te zingen in ‘t groen
Voor mij hoeft ie heus zo z’n best niet te doen
De wereld kon vol van geluk zijn, maar nou:
leeg, zonder jou.

Annie M.G. Schmidt

Juffrouw Kern

Ik was op 13 juni 2013 op de laatste onderwijsavond van dat schooljaar van HetKind in Driebergen.
Thema van de avond was “Het Pedagogisch antwoord op ontkoppeling”. Marcel van Herpen en Luc Stevens vertelden over de trajecten pedagogisch tact en pedagogisch leiderschap van het Nivoz waarbij de verbinding met de ander centraal staat. Als er ontkoppeling plaatsvindt, in welke vorm dan ook, wordt er niet gecommuniceerd, niet gewerkt, niet geleerd. Deelnemers van de trajecten onderstreepten het verhaal met mooie praktijkvoorbeelden.

Ik moest aan juf Kern denken. Kern was een van mijn eerste collega’s en een geweldige leermeester voor mij. Mijn pedagogische ‘roots’ zijn door haar gevoed. Nu snap ik dat zij alleen maar bezig was met verbinding met al haar leerlingen tot stand te brengen. Elk kind deed er voor haar toe.
Wat is het beste voor dit kind? Wat kan ik voor dit kind betekenen? Wat kan ik voor jou doen?
En als ze er zelf, met kind of ouders niet uitkwam, kwam ze bij ons langs.
Hoe kijk jij er tegenaan? Wat denk jij dat dit kind van mij vraagt?
Programma’s, roosters, afspraken gingen van tafel als dat in haar ogen voor de kinderen beter was.

Mensen leren meer

Een mooi voorbeeld waren de twee broertjes Pim en Sjors die bij haar zaten in de combi 3/4. Kinderen van een alleenstaande moeder die het erg druk had om zich in het leven staande te houden en weinig opvoedkundig talent bezat. De jongens lieten dus nog weleens ‘moeilijk gedrag’ zien.
Juf Kern nam de ene tijdens de weeksluitingen op schoot en de ander mocht het licht bedienen. Geen ruimte voor storend gedrag want de jongens wilden gewoon gezien worden omdat dat thuis wellicht te weinig gebeurde. Kern snapte dat en liet hen merken dat zij er ook mochten zijn, zonder daarom te vragen door bijzonder gedrag. Zo was Kern hen telkens een stapje voor door in verbinding met ze te blijven en ze niet te ontkoppelen! De twee knullen ontwikkelden zich bij haar tot twee prima kwajongens…

Een verbinding komt niet altijd zomaar tot stand. Als je dat wenst, moet je je soms kwetsbaar, open, durven op te stellen.
Luc Stevens sloot de avond maar ook het jaar mooi af met de wijze woorden:
“Verbondenheid met anderen creëren vraagt om moed. Moed om je open te stellen voor die ander”

Alsmaar meer en hoger….

Mijn vader was van beroep autoverkoper. De firma waar hij voor werkte, had bedacht dat de verkopers een bonus kregen bij het behalen van een bepaald aantal verkochte auto’s. Zonder die bonus was het salaris een lachertje. Dus zorgde iedereen ervoor zijn target te halen.
Ik weet nog goed dat mijn pa trots was dat hij 170 auto’s in een jaar had gehaald. Bonus binnen! Als beloning werd zijn doel een jaar later opgeschroefd naar 187 auto’s met uiteraard een iets hogere bonus. Harder werken maar weer gehaald! Het jaar erna werd zijn doel 206 auto’s…..
Uiteindelijk werd zijn beloning een maagzweer gevolgd door een operatie gevolgd door een bloedprop in een bloedvat naar zijn hersenen. Spraakorgaan beschadigd, spreken lukte niet meer op zijn niveau. Met 46 jaar volledig arbeidsongeschikt verklaard…

Perfectie

Ik moest aan deze geschiedenis denken naar aanleiding van een diepte analyse die ik vandaag heb gemaakt met een intern begeleider van een school. De analyse ging om de trend en opbrengsten van het rekenonderwijs op ‘zijn’ school.

Even een korte uitleg voor de lezers die niet dagelijks werkzaam zijn in het onderwijs:
Kinderen maken halverwege en aan het eind van het jaar CITO-toetsen. Per groep kun je een gemiddelde vaardigheidsscore uitrekenen die je vervolgens kunt vergelijken met het landelijk gemiddelde. Per groep per toets verschillen deze scores.

Het ging ons vandaag om te kijken hoe de groepen er nu voor staan, wie gegroeid is en wie te weinig en of dat te verklaren is. Tevens was het zaak om gepleegde interventies terug te vinden in de resultaten. Ook waren we geïnteresseerd in de verdeling in de groepen tussen goed en minder goed presterende leerlingen.
Alle groepen scoorden boven het landelijk gemiddelde. Alle groepen waren voldoende gegroeid binnen hun niveaus. Op zich zou je, als gemiddelde school, hier tevreden mee kunnen zijn. Echter, toen we keken naar de minimumnormen die de inspectie stelt, bleken sommige groepen hier maar net aan te voldoen!
De inspectie hanteert minimumnormen die liggen boven het landelijk gemiddelde. Een school die dus op het gemiddelde scoort, wordt als zwak (op dit onderdeel) beoordeeld.
De vraag is of dat niet merkwaardig is. Als we ervan uitgaan dat de helft van alle groepen in Nederland boven het gemiddelde scoort en de andere helft eronder, is het volgens de inspectie dus zo dat meer dan de helft zwak scoort.

Als scholen in staat zijn om het gemiddelde op te schroeven, gaan dan de normen van de inspectie mee omhoog? Waar eindigen we dan?
Toen moest ik aan mijn pa denken en wist ik weer waarom ik niet had gekozen voor die krankzinnige race in zijn wereld. Ik koos destijds daarom bewust voor het onderwijs…………

Nu!

Vol in het leven staan betekent voor mij dat je met aandacht waarneemt wat er zich om je heen afspeelt. Dat kunnen prettige dingen zijn maar ook onaangename zaken. En veel waarnemingen zullen noch prettig noch onprettig zijn.We zijn geneigd om de fijne dingen van het leven te koesteren en de onaangename kanten willen we liever niet. Toch zal het leven ons echter deze drie (prettig, niet prettig en neutraal) laten ervaren.

Zolang we vasthouden aan de ontkenning of vermijding van het onaangename, zullen we die ervaring als belasting ervaren. We willen nu eenmaal niet leven met onaangename zaken. Onze weerstand daartegen zorgt ervoor dat het zwaarder wordt dan het is. We kunnen boos zijn, verdrietig, teleurgesteld omdat er iets vervelends wordt waargenomen. Die emotie is okay maar vaak blijven we erin ‘hangen’, terwijl we al in het volgende moment van ons leven zijn.
Met de aangename zaken van het leven is het net omgekeerd! We hechten ons zo aan het genieten en zijn bang om het kwijt te raken. Zelfs terwijl we zeker weten dat dat toch gebeurt….

Er is nooit een beter moment

Genieten van de mooie momenten is okay maar als we ze niet los kunnen laten, gaan de andere momenten voorbij zonder ze geleefd te hebben.Het lijkt dus te gaan om zowel de aangename als de onaangename momenten op het juiste moment te kunnen loslaten. Dat lukt beter als je in staat bent om in het NU te blijven.
Het leven is wat je op dit moment waarneemt. Alle andere gedachten creëren we zelf in ons hoofd. Je kunt dat loslaten als je dat wilt. Het enige moment in je leven is het huidige moment. Wanneer je je realiseert dat je verleden en je toekomst dromen zijn in je hoofd, sta je met grotere openheid in je leven. Het leven wordt daardoor rijker en luchtiger.
Het betekent niet dat er geen vervelende of heerlijke momenten meer zijn. Het betekent niet dat je leven vlakker of oppervlakkiger wordt. Het betekent wel dat je ervaart welke sturing je aan je eigen leven kunt geven.
Want hoe jij je leven ervaart, wordt maar door één persoon bepaald!
Mindfulness en contemplatieve werkwijzen kunnen je hierbij helpen.

Kwaliteit van onderwijs

Hoe bepaal je de kwaliteit van een school? Zijn dat de toetsresultaten? Of is het de tevredenheid van leerlingen, ouders, leerkrachten? Misschien het aantal verwijzingen van kinderen met complexe onderwijsbehoeften? Of kijken we naar de lessen van de leerkrachten? Hun voorbereiding, hun manier van instructie, hun aandacht voor verschillen tussen leerlingen, hun liefde voor het vak? Of gaat het om het gebouw met de voorzieningen? Moeten financiën dik in orde zijn en zijn alle plannen en protocollen up to date? Is er een schoolplan, een jaarverslag en een mooie website aanwezig? Hoe bevlogen zijn de leerkrachten? Wat is het pedagogisch klimaat?

Volgens mij wordt kwaliteit bepaald door een aantal factoren en die wisselen per school, per streek, per dorp of stad, per buurt, per klas, per kind. Bij het ene kind gaat het puur om cognitieve ontwikkeling terwijl voor een ander de sociaal-emotionele of creatieve ontwikkeling de kwaliteitsfactor is. Je kunt niet alle scholen meten met hetzelfde instrument…….
Als we dat blijven doen zoals we nu doen, neemt de diversiteit in scholen verder af en ontstaat eenheidsworst. Het doet me denken aan al die winkelcentra in Nederland. Waar je ook komt, ik zie overal dezelfde neonletters en dezelfde etalages en dezelfde aanbiedingen.

Als we als samenleving onze controle-behoefte los kunnen laten en de klanten van de school (ouders en leerlingen) de kans geven om te bepalen welke kwaliteit voor hen nodig is, zou dat enorme winst zijn! Mensen zijn heel goed in staat om zelf te bepalen wat een goede (kwaliteits) school is voor hun zoon of dochter.

Als directeur van een basisschool in een kleine stad in een bepaalde wijk, leerde ik dat ouders wilden dat de school een plek was waar kinderen graag naar toe gingen, waar ze zich breed ontwikkelden, waar ze zelfbewust leerden zijn, waar ze leerden met elkaar rekening te houden, waar ze plezier hadden. Kortom, een plek waar ze een gelukkige tijd hadden.
Dat is wat ouders in de buurt van mijn school voor hun kinderen wensten. De CITO-score was geen issue omdat deze ouders wisten waar de school voor stond en wat dat hun kind ging opleveren. En dat was hen meer waard dan een drie-cijferig getal.
Gevolg en bewijs was een groeiend leerlingaantal tegen een krimpend cijfer in de stad.

Het is een calvinistisch trekje in ons om scholen te willen beheersen. De staat betaalt dus de staat bepaalt, is het uitgangspunt. Is gek……. want de staat, de samenleving, dat zijn wij.
Maar zo gauw mensen uit de samenleving ‘het voor het zeggen’ krijgen, weten ze klaarblijkelijk beter dan de anderen, het volk, wat goed is voor die samenleving.

Loslaten

Laat los!

Scholen garanderen hun bestaansrecht als ze leveren waar de mensen behoefte aan hebben. Scholen kunnen succesvol zijn door hoge opbrengsten, door de brede ontwikkeling die ze kinderen bieden, door de individuele aanpak, door de zelfstandigheid die ze stimuleren, door de saamhorigheid van de groep, door het buiten de school leren, etc.
De school die niet aansluit bij de behoeften van de samenleving, verdwijnt. Zo simpel is het. Maar dan moeten we het huidige systeem wel loslaten…..

Ouders mogen met hun kinderbijslag en hun opvoeding doen wat ze willen, waarom dan niet met het onderwijs voor hun kind?

Reactie Margreet:

Ben het roerend met u eens, alleen “calvinistisch trekje”? Ik zie het veel meer als socialistisch trekje. Juist een calvinist als Kuiper was van harte voorstander van bv thuisonderwijs … Het PvdA heeft er juist voor gezorgd dat dit niet zonder meer meer kan (in 1969): In 1969 is de huidige leerplichtwet aangenomen. In het ontwerp van deze wet werd bovengenoemd punt als vrijstellingsgrond gehandhaafd in artikel 5a: ouders waren vrijgesteld van de plicht tot inschrijving ‘indien zij het kind voldoende huisonderwijs geven of laten geven’. Door een amendement van de PvdA werd dit lid uit artikel 5 geschrapt; volgens de indieners van het amendement, omdat huisonderwijs niet in het belang van het kind en, naar hun zeggen, uit de tijd was. Eén en ander werd níet door de indieners onderbouwd; de rapporten van de Onderwijsinspectie spraken de veronderstelling van de heren indieners tegen, er was nooit enige aanleiding tot zorg geweest in alle gevallen van thuisonderwijs die geïnspecteerd waren, aldus toenmalig staatssecretaris van Onderwijs J.H. Grosheide (ARP). Grosheide wilde niet instemmen met het amendement.