Corona……

Zondagavond 15 maart 2020, 19.00 uur. Ik zit in de metro net nadat het kabinet op televisie bekend heeft gemaakt dat scholen, sportclubs, horeca en coffeeshops dicht moeten tot 6 april, ingaande 18 uur vandaag.

Ik ben druk op mijn telefoon met team, ouders, collega’s en bestuur in contact als een stem keihard door de metro tegen mij roept: “‘T IS WAT MENEER MET DAT CORONAVIRUS!!!”. Een donkere man rond de 30 jaar, baseballcap met capuchon op, biertje in zijn hand, kijkt mij vanaf de overkant aan. Ik antwoord dat het een toestand is inderdaad.

”MAAR IK ZIT NU TOCH VER GENOEG WEG VAN U, HÉ?” Ik schiet in de lach en zeg dat anderhalve meter wordt geadviseerd. Hij kijkt me vragend aan. ”Ja, je zit ver genoeg weg”. Ik kijk in de coupé en zie mensen de andere kant opkijken maar merk ook een glimlach op.

”FUCKINGCORONA!”, roept hij weer en zegt dan “IK BEN BANG, MENEER. BANG OMDAT IK DRINK EN BLOW! CORONA PAKT MIJ ALS EERSTE!! Ik zeg hem dat die kans erg klein is.
“MISSCHIEN JUIST WEL NIET OMDAT IK DAT DOE!!” Hierop doet hij zijn capuchon omlaag en doet zijn koptelefoon af. “Want dan hoef ik niet zo te schreeuwen”.

Hij vertelt dat hij op weg is naar de coffeeshop want die gaat vanavond dicht. “Ja, en de komende drie weken ook”, zeg ik. “Dan word ik gek”, antwoordt hij. “FUCKINGCORONA!”. We krijgen een gesprek over angst, depressiviteit, ouderschap en zijn zorg om zijn vader van 61. Hij wil weten waarom ik niet thuis ben. Ik vertel hem dat ik op weg ben naar mijn werk en hij vraagt waar ik werk en wat ik doe.

Ik geniet van het onverwachte gesprek met deze rasRotterdammer en lach om de dingen die hij zegt.

Als hij bij de uitgang staat, steekt hij zijn elleboog uit. “Durf jij dat?”, vraagt hij. Ik steek ook mijn elleboog uit. In deze Corona-tijd geef je elkaar geen hand. “Je bent een coole gast!”, zegt hij.

”Niet bang zijn in het donker!”, roep ik hem na. Want dat was één van zijn angsten, had hij verteld. Alleen in het donker op straat………
d83fe10a-8b39-4242-a745-e2e8dae5d364

Zij

Zij is het die altijd bij me is. Wat ik ook doe en waar ik ook ben, ze is er altijd.

In mijn hoofd, in elke cel van mijn lijf, in mijn hart. Ook als ik niet aan haar denk, denk ik aan haar. Ze is mooi, geestig, slim, handig, direct, eerlijk, loyaal, sportief, vrolijk, spontaan, warm, gevoelig. En zij houdt van mij. En ik van haar.

938959c8-b28b-4027-8a3a-406ccb726d67

We lachen veel, praten urenlang, zijn samen stil, beminnen elkaar en dromen over de toekomst.

Als ze niet fysiek bij me is, mis ik haar. Haar stem, haar warmte, haar lichaam, haar liefkozingen. Ik kijk naar foto’s, app haar, bel haar en voel haar.

En telkens als ik haar weer zie, voel ik het. Blijdschap, verlangen, geluk, liefde….

Ik voel ook de kwetsbaarheid want wat als…..Liefde is kwetsbaarheid.

Maar wat is het fijn!

Inderdaad: zij maakt het verschil…..

Lege media

Na een week stilte op een warm Spaans eiland, valt de onbenulligheid van veel radioprogramma’s in Nederland me weer op.

Jaren geleden ben ik een tijdje forumlid geweest bij een programma van Radio Rijnmond. Elke week mocht ik mijn zegje doen tijdens een lunchprogramma. Wat mij zo opviel destijds, was dat het allemaal gebakken lucht is. We praten wat, geven onze mening en weg was het. Nieuw item!

Deze week vielen de onbenulligheid en kletspraatjes op de radio mij weer zo op. Analisten, commentatoren, kenners en nitwits babbelen over Corona, Ajax, André Hazes jr en de verkiezingen in de States en dat op vele zenders (tegelijkertijd). Iedereen moet zijn plasje erover doen.

Ongetwijfeld zal het zo ook op televisie gaan maar ik heb 35 jaar geleden dat ding de deur uit gedaan dus kan ik daar niet meer over oordelen.

63a1c742-1c11-4859-ae47-3f1422f8841b
Ik word er moe van en doe de radio uit. Stilte…..

Het eiland

Ik heb altijd al iets met eilanden gehad. Zeg maar, een aangeboren eilandgevoel.
Wat dat is, kan ik moeilijk beschrijven maar ik word er blij van en dat is genoeg.

Zo ook deze week op La Palma, het meest westelijke Canarische eiland.
Zo groot als de provincie Utrecht en één van de meest steile eilanden ter wereld. Een vlak stuk is niet te vinden. Mijn hardloopschoenen dus voor niets meegenomen.
Met de auto kunnen we bijna nergens (verantwoord) harder dan 70 km per uur. Fietsen is de ultieme uitdaging voor de berggeiten onder ons en stranden zijn er nauwelijks.
Hotels en vooral die foeilelijke grote krengen heb ik nog niet ontdekt.
Wat is er dan wel? Natuurschoon, ruige gebieden, geweldige uitzichten, stille wandel(?)paden, vriendelijke bewoners, heerlijk simpel eten(vis!) en rust.
Vooral dat laatste zorgt voor liefde voor dit eiland. Je komt tot stilstand, letterlijk en figuurlijk. Siësta bestaat hier nog! De wereld gaat de middags even dicht.
Ik spreek bekenden die hier zes weken verblijven, onze Duitse buurman zelfs tien weken.

e892dbb6-60f9-4656-b6c5-1fbe948765c9

Vanavond, bij de ondergaande zon en met uitzicht op zee, bedenk ik me vanuit de jacuzzi dat ze gelijk hebben. Deze ene week is onvoldoende. Volgend jaar terug!

Life goes on!

Ruim vier jaar geleden schreef ik voor het laatst een stukje voor deze site. Door allerlei omstandigheden verdween mijn focus naar andere zaken.

Zoals Frank Boeijen zingt:

“Misschien was ik stil
En dacht je wat denkt hij nou
En misschien dat ik
Wel iets anders wou
Ik was heel even weg
Ik was er even niet”

img_0042

Maar ik ben er weer! En ik heb me voorgenomen elke week hier wat achter te laten…..

 

Ik weet niet hoe laat het is

Ik heb genoeg nieuwe ideeën voor mijn bedrijfje. Inspirerende trainingen, leuke workshops, een boek, een boeiende lezing, een aanpak voor de invalproblematiek op scholen en een programma voor persoonlijke ontwikkelingen.
Maar ik weet niet hoe laat het is.

Een idee om rond te gaan trekken met een schip of camper. Nieuwe landen bezoeken en in contact komen met de inwoners. Kijken, wandelen, foto’s maken, schrijven en hoe dit financieel voor elkaar te krijgen.
Maar ik weet niet hoe laat het is.

Ik maak me druk om de ontwikkeling van mijn zoon. Hij zit te veel achter zijn computer en doet in mijn optiek te weinig aan zijn studie. Ik vind dat hij te weinig in contact is met de samenleving. Moet ik iets doen of moet ik loslaten?
Maar ik weet niet hoe laat het is.

Ik genereer te weinig werk. Ik doe iets niet goed klaarblijkelijk en vraag me af wat ik moet veranderen. Collega’s doen het beter. Wat doen zij anders dan ik? Heb ik wel genoeg inkomen over een paar maanden om de hypotheek te betalen?
Maar ik weet niet hoe laat het is.

IMG_4819

Ik wil zo graag zeilen en ben druk aan het werk om mijn schip klaar te maken voor het nieuwe seizoen. Ik erger me aan kleine dingetjes die ik aantref en waar ik wat aan moet gaan doen. Ik zou willen dat het al 19 maart was, de dag dat ze weer in het water mag.
Maar ik weet niet hoe laat het is.

In het verkeer heb ik last van die slak op de éénbaansweg waar ik niet mag inhalen. Vrachtwagens die inhalen net terwijl ik er aankom. Een snelheidsduivel die me met lichtsignalen te kennen geef dat ik naar rechts moet.
Maar ik weet niet hoe laat het is.

Plannen en zorgen die ik maak voor de zomervakantie, voor het nieuwe schooljaar, over mijn relatie, over mijn zoon.
Plannen en zorgen voor morgen, voor volgende week, volgende maand en volgend jaar.
Maar ik weet niet hoe laat het is.

In september, 4 maanden geleden, hoorde een vriendin van ons hoe laat het was.
Verdrietig hebben we vandaag afscheid van haar moeten nemen. Overmorgen zou ze 60 zijn geworden.
Maar ik weet niet hoe laat het is…….
Jij wel?

Mijn zoon, mijn spiegel…

Normen en waarden draag je over, niet alleen in woord maar ook in daad. Ik ontdekte dat laatst weer in een gesprek met mijn zoon van 19.

Hij is bijna 2 meter lang, lang haar, erg lang haar. Op zijn dertiende is hij gestopt met bezoeken aan de kapper en nu draagt hij het in een dikke paardenstaart. Baardje, zwarte hoge converse schoenen, donkere broek, polo, vest.
Als ik in zijn kledingkast kijk, zie ik twee korte broeken, twee lange broeken, twee vesten, rijtje polo’s, één paar schoenen en een jas. Meer heeft hij niet nodig, zegt hij. Hij heeft geen auto, motor of bromfiets. Wel zijn oude schoolfiets. Hij drinkt, rookt of gebruikt niet. Het weinige geld dat hij uitgeeft, is aan hard- of software voor zijn computer.
Hij verbaast zich over het feit dat zijn ouders zoveel geld uitgeven aan dingen die ze eigenlijk niet nodig hebben. Volgens hem hebben wij zoveel kleding, jassen en schoeisel dat we genoeg hebben voor de rest van ons leven. Ik vrees dat hij gelijk heeft…

Hij studeert bedrijfskunde aan de EUR. Als ik hem vraag of hij daar qua uiterlijk en leefstijl misschien niet een buitenbeentje is, merkt hij op dat er nog wel een paar zijn maar dat het hem niet interesseert wat anderen van hem vinden. „Ik kies ervoor te zijn wie ik wil zijn en als anderen daar iets van vinden, is dat okay. Dat mogen ze. Maar ik laat me leiden door mezelf en niet door de mening van anderen”.
Hierin schuilt enorm respect en waardering van mij voor hem. Ik ben zo trots dat hij dit zo zegt maar ook doet. Ik wou dat ik dat kon…..en heimelijk vraag ik me af van wie hij dit heeft. Natuurlijk hebben we zo vaak in zijn opvoeding dit soort dingen gezegd maar ik vraag me af of we het ook hebben laten ZIEN…..

Onlangs zag ik foto’s op Facebook langskomen van studiegenoten van hem. Op de EUR maken ze een foto met daaronder een ‚I WILL’-statement van die persoon (https://www.rsm.nl/i-will/create-your-i-will/). De student verklaart dus wat ze willen bereiken. Veel statements gaan over zichzelf, geld verdienen of de wereld verbeteren.

Zijn statement is: I will help the less fortunate. Ik zal de minder bedeelden helpen…..
Ik was er stil van en mijn hart stroomde over van liefde voor dit jonge mens, onze zoon. Op je negentiende dit zeggen. WOW! Ik was trots…..

382313_10153129458432511_8406483122557414411_n

Naar aanleiding van deze foto had ik een gesprek met hem over het leven, over werken, over geld verdienen. Hij gaf me toen terug dat hij mij had zien veranderen toen ik stopte met in dienstverband te werken en voor mezelf was begonnen.

Hij zei dat hij had gezien hoe ik met plezier de dingen deed, niet meer zeurde over vroeg opstaan, het prima vond om uren in de auto te zitten om elders een training te geven en de vrees zonder werk te zitten te dragen. Hij had gezien hoe ik gelukkig werd in mijn werk! „Eigenlijk heb jij altijd vakantie,” zei hij, „want je doet altijd leuke dingen”.

Hij heeft gelijk. Sinds ik alleen werk, zijn er geen vakanties, vrije dagen en werkdagen meer. Ik werk altijd en ik heb altijd vakantie, is een kreet die ik vaak uit.
„En zo wil ik later ook leven”, ging hij verder.

Ik was trots…..trots op zo’n zoon en trots op mezelf. Wat ik liet zien, kreeg ik terug. Als in een spiegel….

Verbinding, zelfs na 33 jaar

Afgelopen zondag had ik een reünie van mijn eerste groep uit 1979. Destijds de derde klas. Toen de groep in de zesde kwam, mocht ik ze weer als leerkracht begroeten. Sommige kinderen heb ik vanwege de vorming van een combinatiegroep ook nog in een tussenliggend jaar gehad. In de zesde klas werd alles weer samengevoegd en waren ze met 37. Ik heb zodoende een relatie met ze van drie jaar en met eentje zelfs vier jaar.

Op zondag 18 januari 2016 zag de groep elkaar weer terug na 33 jaar. Het kwartet van de organisatie had bedacht dat het eerste uur besteed moest worden aan 3 keer 20 minuten speeddaten in drietallen. Daarna was er een uur wat gevuld werd door de gangmaker (van toen en nu) en daarna was er nog een uur om met elkaar vrij te spreken.
Wat me opviel in deze drie uur waren de lachende gezichten en ontspannen houdingen. Ook als ik naar de foto’s kijk, zie ik mensen die glimlachen, elkaar in de ogen kijken en betrokken zijn op elkaar. Na 33 jaar! Verbinding…..
Als ik terugkijk naar de jaren die ik met hen heb mogen doormaken, herken ik die verbinding. Het plezier met deze groep heb ik slechts één keer met een andere groep meegemaakt. Als ik terugdenk aan de tijd met hen, valt me de vrijheid op die ik van mijn schoolleider kreeg. Met mooi weer ging ik met ze naar een strandje iets verderop. Spelen, wat zwemmen, plezier maken met elkaar. Af en toe gingen we een rondje hardlopen om te oefenen voor een prestatieloopje in onze stad. Een ochtendpauze die uitliep tot een uur: alles was goed.
Weeksluitingen, feesten, projecten en kringgesprekken: met deze groep ging het als vanzelf. Cognitieve resultaten waren hoog en dat bleek in hun vervolgopleidingen. Kortom, het was een heerlijke groep en iedereen mocht er zijn. En dan nu, na 33 jaar zie ik dat plezier weer bij hen terug. Ik word er stil en soms emotioneel van. In verbinding zijn, met elkaar een relatie aangaan, lijkt voor eeuwig te duren.
Na drie uur is de reünie formeel voorbij. Het merendeel gaat hierna eten met elkaar in een nabijgelegen tent. De huisgangers wordt hartstochtelijk gevraagd mee te gaan en er wordt hartelijk afscheid genomen. Tijdens het eten gaat de sfeer verder zoals in de middag.
Na afloop besluiten we om met een kleine groep de dag af te sluiten in de kroeg. Deze bijzondere dag die om 14 uur begon, wordt om 00.40 beëindigd met een warm afscheid.

IMG_0310

Opstelling volgens groepsfoto 1983….

Na twee dagen loop ik nog na te genieten van dit feestje. Als ik deze mensen van 45 jaar terugzie, herken ik mijn leerlingen van toen. De gangmaker is nog steeds de gangmaker, de stille jongen is nog steeds afwachtend in de gesprekken, het meisje met de mooie grijns is een vrouw met een prachtige smile, de serieuzere kinderen kunnen weer diep met elkaar filosoferen, ik herken hun vaders, hun moeders in hen terug.
Op Facebook zie ik dat over en weer vriendschappen worden gesloten en de waardering over deze ontmoeting wordt uitgesproken.
Als jonge leerkracht in die tijd was mijn uitgangspunt dat kinderen een fijne tijd op school moesten hebben om zich naar behoren te kunnen ontwikkelen. En ik werd hierin gesteund door mijn schoolleider, Hans van Tielen.
Was dit ook allemaal gebeurd, de herkenning op deze reünie als ik destijds zo gericht was geweest op hun cognitieve ontwikkeling zoals we dat nu doen?

12565602_952976428143121_7091943860518588484_n

Verdwaald in mijzelf

Ze zat in mijn eerste eigen groep en vanaf het eerste moment had ik een zwak voor haar. Ik had mezelf zo’n dochter gegund. Ze kon zo hartelijk schaterlachen dat ik er blij van werd. Als ze verdrietig was, merkte ik bij mezelf dat ik daardoor geraakt was. Natuurlijk heb je met elk verdrietig kind te doen. Maar bij haar was het altijd anders. Ik voelde haar verdriet van binnen.
Haar ogen, haar uitstraling, haar waardigheid, haar intelligentie: ik was diep onder de indruk van dit prachtige mens.
Uiteraard liet ik de andere kinderen niet merken wat ik voor haar voelde. Ik was jong en dacht dit oprecht. Wat een illusie! Uiteraard prikten de meeste leerlingen hier doorheen.

Haar vader merkte eens op dat hij mij in zijn dochter terug zag. Mijn maniertjes, mijn gebaren, mijn visie, mijn grapjes….
Met hem ontstond een soort vriendschap en toen zij op het VO wiskunde wat ingewikkeld vond, vroeg hij mij haar hierin bijles te geven. Uiteraard deed ik dat met alle plezier!
Langzaam maar zeker verdwenen we uit elkaars leven. Zij ging studeren, ging in Rotterdam wonen. Maar ik vergat haar nooit en vroeg me vaak af hoe het met haar ging.

Enige tijd geleden kwamen we elkaar tegen. Op Facebook. We waren weer vriendjes en spraken af elkaar ‘live’ te zien. Dat kwam er niet van….Allebei druk en andere dingen eerst.

Houden van

Op de een of andere wijze reageerden we allebei vorige week op iets en spraken keihard een datum en locatie af.

Toen ik eenmaal onderweg was en me bedacht hoe onze ontmoeting er uit zou zien, bekroop me een angstig voorgevoel. Natuurlijk kom ik vaak oud-leerlingen tegen en dan praten we over vroeger, over wat we gedaan hebben, etc. Maar afspreken zoals nu? Hoe start je zo’n gesprek? Waar praat je over? En als je na een half uurtje een en ander hebt uitgewisseld, wat dan?

Ik zocht een tafeltje uit waarbij ik de deur in de gaten kon houden en bestelde een koffie. Was dit verstandig? Wat zeg je na 25 jaar tegen een ex-leerling? Krijgen we hier spijt van?

Ik zag haar binnenkomen. Ik zag haar vader maar ook haar moeder in haar terug. Diep onder de indruk van haar charisma en schoonheid begroette ik haar. Mijn gevoel van destijds was in één klap terug. Er was echter een groot verschil met toen. Nu zat er een volwassen, wijze, mooie vrouw tegenover me.

Wat toen gebeurde, verbaast me tot op dit moment nog ten diepste. Binnen enkele minuten waren we in een diepgaand gesprek verwikkeld. Niets plichtplegingen, niets formeel, gelijk de diepte in. We spraken over vertrouwen, over kwetsbaarheid, over onze relaties, over onze angsten, over onze dromen, over het ouderschap, over onze twijfels. En het ging maar door…….volgens mij konden we nog uren doorpraten, volgens mij wilden we geen van beiden stoppen, het ging door en door en de tijd verdween.

Bij het afrekenen spraken we een vervolg af. We liepen samen in de regen en praatten verder en stelden ons afscheid uit.
Na een formeel afscheid volgde een innige omhelzing waarin we beiden ons gevoel uitspraken. Maar ik wilde niet weg…….

Onderweg naar huis was ik stil, ik was in de war, wat was hier gebeurd? Nu, na ruim een dag, loop ik er nog over na te denken.
Als ik zou geloven in meer dan dit leven, zou ik denken dat onze zielen elkaar (her)kennen. Zielsverwantschap.
Als ik daar niet in zou geloven, zou ik denken dat er een krachtige verbinding is tussen ons beiden. Zielsverwantschap.
Wat het ook is, er is een diepe, sterke relatie tussen ons. Het is wat het is. Ik hoef het niet te verklaren. Ik hoef het slechts te accepteren.

Maar ik blijf in de war, een beetje de weg kwijt, een beetje verdwaald in mijn eigen gevoel…..

2016, nee toch!

Het is weer zover. Weer zo’n jaar met die 6 erin. Voor mij zijn dat de jaren waarin ik overstap naar een nieuw tiental. En telkens weer heb ik daar moeite mee.

Mijn vooroordelen:
Toen ik 20 werd, viel dat nog mee. De onbezorgdheid zou plaats moeten maken voor iets meer zelfverantwoordelijkheid maar dat zou ik wel overleven!
Maar 30? Het angstbeeld van huisje, boompje, beestje (lees: kindje) was groot. De dertigers stonden voor mij symbool voor het definitieve afscheid van de onbeperkte mogelijkheden in je leven.
En toen kwam 40….Je eerste helft zat erop. De lichamelijke aftakeling zette zich in en langzaam maar zeker zou je erachter komen dat je niet langer jong bent.
Met 50 kwamen woorden als middelbare leeftijd en ‘oudere’ in beeld. Het grote werk leek gedaan en de tijd van oogsten en terugblikken was daar. Voor de andere sekse lijk je alleen nog maar in beeld als knuffelbeer of als wijze gesprekspartner…..
En nu dan 60….Van het idee al krijg ik kippenvel. In je zestiger jaren komt je pensioen ( bleh!!) in beeld. Definitief zet je lichaam de eindspurt in met alle lichamelijke ongemakken van dien en misschien wel de medische molens als gevolg. Wellicht kom je niet verder dan deze jaren…….

Kriegelig word ik als mensen zeggen dat ouder worden ook iets moois heeft. Wat mij betreft is er weinig moois aan. Ik accepteer het maar daar houdt het ook mee op. De aftakeling, het verlies van kracht, gehoor, gezondheid hoort bij het leven en dat is okay. Maar het leven begint bij 60? Klinkt leuk maar voelt voor mij anders!

IMG_0121

Het merkwaardige is wel dat het natuurlijk alleen om abstracte cijfers gaat. Mijn geest, mind, hoofd heeft mijn leeftijd nog niet erkend. Daarin huist nog steeds die puber van 17 die denkt dat zijn leven nog open ligt en waarvoor de wereld nog één groot raadsel en interessante ontdekkingsreis is.
Echter, als die jongeman ’s ochtends het dekbed wegslaat en met grote schwung uit zijn bed springt, is er een lichaam dat zegt: 1956!!
En de puber grijpt zich snel vast aan de bedrand, strompelt naar de badkamer en kijkt daar naar zijn opa in de spiegel…..
Die twee levens blijf ik een merkwaardig fenomeen vinden. Die geest, die mind die maar niet ouder wil worden en dat lichaam dat maar niet jong blijft.
Na al die jaren heb ik me er bij neergelegd. Die twee waren ooit samen één maar dat is alweer zo’n 40 jaar geleden. De spiegel in de badkamer herinnert me daar elke dag aan.

Mijn ik van 17 zal altijd moeite hebben met de leeftijd van het gebouw waar hij in leeft. Hij zal telkens de klok willen stoppen. Ik vrees dat mijn 17 niet ouder wil worden.
Op het moment dat mijn lichaam ermee stopt, zal de puber van 17 zich tekort voelen gedaan. Hij wilde nog zoveel en hij zal nog meer tijd wensen. Er is nog zoveel te doen!

Maar voor nu wenst mijn 17 jou een fantastisch jaar met veel nieuwe mogelijkheden en alle kansen die er weer liggen! Mijn gebouw wenst je een jaar dat iets langzamer verloopt want voor je het weet, zitten we weer aan de oliebollen!