Kerst 2015: een bijzondere ontmoeting in het bos

Eerste kerstdag 2015.

We staan met de camper op het terrein van Staatsbosbeheer in Borger en maken die middag weer een lange wandeling. Halverwege, na zo’n twee uur lopen, zien we een uitnodigende bank staan aan een open plaats in het bos. We nemen plaats en nuttigen een hapje. Terwijl we genieten van de stilte, de rust in je lichaam en de natuur om ons heen, spreken we onze verbazing uit over de schoonheid van deze plaats. Het licht dat zo mooi op de plaats valt, de prachtige ronde vorm van de open plek, het is goed zo….het leven is mooi….

Dan zie ik een groepje mensen uit het bos komen. Ze horen bij elkaar, het lijkt een familie. Oudere man, een paar pubers en de generatie ertussen. Ze houden hun pas in en overleggen wat met elkaar. De oudere man stapt op ons af. Aarzelend en enigszins onzeker begint hij zijn verhaal:

“Neemt u mij niet kwalijk dat ik u stoor maar mijn vrouw en ik wandelden hier graag en vaak pauzeerden wij ook altijd hier, op deze bank, net als u. En wij genoten hier, net als u, van deze plaats en van het moment. Maar mijn vrouw is er niet meer, …………………ze is onlangs overleden. Het was haar wens om haar as hier uit te strooien zodat zij altijd met deze plek verbonden is “, en hij liet een urn zien. Hij vroeg ons of wij er bezwaar tegen hadden dat hij dit nu met zijn kinderen en kleinkinderen ging doen. Toen we antwoordden dat wij wel zouden vertrekken, gaf hij aan dat dat niet zijn bedoeling was.

IMG_0193

Maar je partner op zo’n prachtige plaats in de natuur achterlaten, is iets wat je in alle rust met je dierbaren moet doen. Dus stapten wij zachtjes op, zodat alleen de natuur als toekijker aanwezig was bij dit emotionele moment.

Waar is de autonomie van de leerkracht gebleven?

De werkvreugde van veel leerkrachten is op dit moment laag. Er wordt geklaagd over de administratieve druk, over de CAO, over ouders, over de politiek, over de inspectie en over CITO. “Het werken met kinderen is leuk maar de rest niet”, is een veelgehoorde uitspraak. Toch ken ik heel veel leerkrachten die met plezier naar school gaan en zich niet herkennen is bovenstaand beeld. Hoe zit dat dan?

Als we uitgaan van de drie basisbehoeften Relatie, Competentie en Autonomie die ieder van ons nodig heeft om goed te functioneren, krijg ik de indruk dat veel mensen in het onderwijs hun gevoel van autonomie zijn kwijtgeraakt. De leerkrachten die het plezier nog wel hebben, kiezen ervoor om zelf verantwoordelijk te blijven voor wat ze doen. Ze lijken te beseffen hoe hard ze hun autonomie nodig hebben en eisen dit op.

Maar ik begrijp heel goed dat leerkrachten het enthousiasme voor het vak verliezen. Het zijn minimaal HBO-opgeleide professionals die steeds meer in een keurslijf worden gedrukt. Mensen met HBO worden geacht hun werk op eigen wijze te kunnen doen met richtlijnen en einddoelen. Helaas wordt er steeds nauwkeuriger voorgeschreven wat leerkrachten moeten doen maar vooral ook HOE dat moet:

  • Veel methodes zijn zo geschreven dat er geen ruimte meer is voor de eigenheid van de leerkracht. Handleidingen zijn spoorboekjes geworden die soms van minuut tot minuut voorschrijven hoe de les zich voltrekt.
  • Maatschappelijk verantwoorde projecten worden op school gedropt. Van seksuele verschillen tot aan een gezond ontbijt en van sponsorlopen voor de schoolbieb tot aan acties voor ontwikkelingslanden toe.
  • Veel scholen kiezen voor een toetsencircus om door middel van cijfers de illusie van controle te hebben. En na een toets dient vervolgens beschreven te worden wat een leerkracht met deze gegevens gaat doen.
  • Er zijn besturen die zich meer en meer met de inhoud van het onderwijs bemoeien, van schoolbezoeken tot aan verplichte nascholing.
  • Directie en IB zijn de buffer tussen leerkrachten en inspectie, bestuur en overheid en doen dit soms op een wijze die de druk op leerkrachten extra verhoogd.
  • In het beleid van scholen wordt niet altijd uitsluitend naar het belang van het kind gekeken. Vanuit financiële of management-overwegingen kiest men voor zaken waar leerkrachten extra werkdruk door krijgen. Veel leerkrachten zijn bijvoorbeeld ontevreden over nieuwe roosters waardoor hun lunchpauze (en voorbereiding) beperkt wordt.
  • De nieuwe CAO wordt ervaren als een knellend, voorschrijvend document dat vrijheden verder inperkt.

Mijn eigen verhaal

Het gevoel dat ik mijn vrijheid, mijn ruimte, aan het verliezen was, heeft mij jaren geleden doen besluiten om te stoppen met dit werk. Ik besefte dat ik een hekel kreeg aan de school en meer en meer ging verlangen naar de vakanties. Door de liefde voor de kinderen (die ik nog steeds mis), stelde ik de stap telkens uit.

Maar uiteindelijk was de emmer vol en besloot ik mijn eigen weg te gaan.

En vond ik mijn autonomie weer terug…..en mijn levensplezier! Ik besef me daardoor nog beter hoe belangrijk het is dat we zelf sturing kunnen geven aan datgene wat we doen.

Het lijkt me niet de bedoeling dat iedereen deze stap zet maar het liet mij wel zien hoe belangrijk het is dat het onderwijsleerproces gevormd kan worden door degene die het ook uitvoert. De leerkrachten, samen met hun leerlingen.

Doelen en kaders mogen bepaald worden door de eindverantwoordelijken maar de leerkracht is verantwoordelijk voor de dagelijkse uitvoering en hij/zij kan dit op zijn eigen wijze doen.

Waarom veel leerkrachten zich dit uit handen hebben laten nemen, is wat mij betreft niet interessant. Ik zou willen dat ze het weer terugkrijgen en die opdracht is veel boeiender.

Als ik kijk naar de scholen waar leerkrachten elke dag met plezier aan hun dag beginnen, zie ik mensen die trots zijn op hun vak. Die hun plaats opeisen, zowel naar leidinggevende als bestuur als overheid. En soms vraagt dat (burgerlijke) ongehoorzaamheid en soms lukt dat door te communiceren over wat men wil. Want het valt me wel op dat deze mensen weten dat ze voor zichzelf moeten opkomen, voor hun vak, voor hun leerlingen. Ze vinden dat ze het waard zijn.

Leerkrachten die ontevreden zijn met hun eigen situatie, bereiken niets met klagen of mopperen. Het enige dat bereikt wordt, is een slechte werksfeer, voor henzelf en hun collega’s. Negatieve energie.

Hoe dan wel?

Met elkaar opbouwend in gesprek gaan hoe je het anders vorm zou kunnen geven. Met elkaar spreken over ongemakkelijke situaties. Elkaar steunen als het lastig gaat, met elkaar knokken tegen de plannenmakers met hun bureaucratie. Met elkaar vaststellen wat nodig is en wat weg kan. Met elkaar lachen, huilen en het met elkaar spannend vinden. Met elkaar kwetsbaar zijn. Want betekenisvol onderwijs kan niet anders dan ongemakkelijk en onvoorspelbaar zijn, voor leerling EN leerkracht…..

Het wordt tijd om te kiezen.

Kiezen voor jezelf en je vak.

Weten wat je wilt.

Weten wat je nodig hebt.

En voelen dat je ertoe doet!

Je kunt het…..

Over 20 jaar

Ik ben genoeg

Heb jij de TED-talk van Brene Brown over de kracht van kwetsbaarheid al gezien?

Misschien moet je die eerst zien en dan verder lezen

(https://www.ted.com/talks/brene_brown_on_vulnerability?language=nl#t-5853).
Bijna 23 miljoen mensen gingen je voor…………

Wat mij raakte in haar verhaal, was het feit dat we ons niet goed genoeg voelen. Dat was een gevoel wat ik herkende en wat diep in mij verstopt zat omdat ik me ervoor schaamde.
Ik wees dat gevoel af. Met een grote mond, door me te bewijzen, door tegen iedereen te zeggen hoe verkeerd zij het zagen, door te roepen hoe goed ik was, door …….
Maar niets hielp. Ik voel me al jaren een vijfje en voel me al jaren niet goed genoeg.

Brene confronteerde me hiermee en ik was onmiddellijk enthousiast over haar lezing. Ik las haar boek ‘De moed van imperfectie’ en vertelde iedereen om vooral haar video te zien. Maar zelf heb ik er weinig of niets mee gedaan. Ik stopte het gevoel weer diep weg.

IMG_4743 - Version 2

Om een of andere reden keek ik onlangs weer naar de TED talks van Brene maar dit keer gebeurde er iets anders. Ik realiseerde me hoe ik mezelf ontliep en hoe ik mijn spiegel aan anderen voorhield zonder er zelf in te kijken.
En toen snapte ik het ineens: IK BEN GENOEG.
Dat gevoel was raak maar tegelijk zei mijn verstand iets anders. Ik relativeerde, stelde bij en zwakte af. Ik was wel genoeg maar……….

Ik realiseerde me dat er dus meer nodig was om mij te laten accepteren dat ik genoeg ben. Het zou een soort mantra moeten worden dat ik keer op keer tegen mezelf zeg. Het oude liedje dat ik niet goed genoeg ben, is toe aan een nieuwe versie.
Daarom draag ik tot die tijd een polsbandje met deze tekst! Telkens als ik het vergeet, kijk ik ernaar en denk ik: ik ben genoeg!

Omdat ik vrees dat ik niet de enige ben, heb ik er nog een paar extra laten maken. Wil jij jezelf niet langer verloochenen door iemand te zijn zoals anderen dat willen? Wil je ook voortdurend herinnerd worden aan je authentieke zelf?
Kijk dan hier http://www.zomooianders.net/nieuws/

Het gebeurde onder mijn ogen….

Ik weet het nog als de dag van gisteren. En toch is het al zo’n 30 jaar geleden….. Het meisje was een opgewekt en vrolijk kind met een complexe thuissituatie. Een alleenstaande moeder met drie kinderen van drie vaders en nu een nieuwe vriend. Het meisje nam vaak de zorg van haar oudere en jongere broertje op zich omdat haar moeder ‘s avonds nog moest werken.

Toch liep ze altijd met een grote glimlach op haar gezicht door mijn lokaal. Ze kon ongegeneerd lachen dat altijd op andermans lachspieren werkte. Uiteraard had ze weleens een bui dat ze onbereikbaar was maar als onervaren leerkracht weet ik dat aan haar leeftijd en levensomstandigheden.

Haar cognitieve prestaties waren niet geweldig; sociaal-emotioneel was ze sterk in de omgang met anderen; over haar creativiteit kan ik me niets bijzonders herinneren. Haar CITO eindtoets lag in lijn met wat ik van haar gezien had in het dagelijkse werk op school, mijn collega’s deelden die mening en mijn advies was wat we nu VMBO basis noemen. Haar moeder was teleurgesteld en gaf aan dat ze dacht dat haar dochter meer in huis had. Het meisje zelf liet ook merken op iets anders te hebben gerekend. Een paar weken na het adviesgesprek kwam haar moeder op haar verzoek langs voor een gesprek met mij.

Zolang je doet

Ze vertelde dat ze erachter was gekomen dat haar nieuwe vriend haar dochter had misbruikt op de avonden dat zij aan het werk was. Dit was al enige tijd aan de gang en volgens haar waren de prestaties van haar dochter daarom onder het niveau wat we van haar hadden kunnen verwachten.

Ik wist niet wat ik hoorde en aanvankelijk wist ik ook niet wat ik moest geloven. De eerste dagen was ik in de war, daarna was ik verbijsterd dat dit onder mijn ogen was gebeurd en daarna was ik verdrietig over wat we kinderen aandoen.

De periode die toen aanbrak, maakte het nog complexer. Ik vertrouwde op het verhaal van moeder (en kind) en ik steunde hen in hun idee over een andere school. Maar daar was niet iedereen het mee eens. Collega’s twijfelden aan het verhaal van moeder en het VO wilde bewijzen zien van haar cognitieve prestaties. Ik was weer verbijsterd maar nu over het onbegrip en/of het wantrouwen van de mensen om me heen.

Ik spreek mijn leerling nog regelmatig. Het is een prachtige, krachtige vrouw geworden met een goede opleiding, een goede baan en drie kinderen.

De verbijstering dat dit onder mijn eigen ogen gebeurde, is gebleven. Je zit er bovenop en je ziet het niet. Het gevoel gefaald te hebben. Het idee dat je er niet was voor een leerling. Het besef hoe lastig het is alles goed te doen. Het was de eerste, bewuste knak van mijn ego. Er zouden er nog vele volgen…

Je weet het niet……

Ik was 22 jaar, klaar met de pedagogische academie (7-jarige HAVO) en voelde me sterk.
Na kennis genomen te hebben van de toen populaire pedagogen, de leerlijnen wist te reproduceren en alles wist over beginsituatie, doel en planning was ik klaargestoomd voor ‘het onderwijs’.
In mijn eerste jaren werden de twijfels die je overvallen, ondervangen door de oude rotten in het vak die je het voordeel van die twijfel gunden. “Je moet het vak nog leren, jochie!”
Na enige tijd voelde ik me zekerder en was ik in staat om op een effectieve manier met ouders te communiceren en hen te vertellen wat er nodig was bij de ontwikkeling van hun kind.

Als IB en directeur wist ik deze vaardigheden te versterken en stond ik in mijn kracht. Uiterlijk. Van binnen vroeg ik me vaak, misschien altijd wel, af wat het antwoord op de vraag van een ouder, leerkracht of collega-directeur was. Meestal wist ik het niet….Maar je zegt niet dat je het niet weet, dat we niet zeker weten of het goed is wat we gaan doen, dat je ook maar gokt en probeert, dat we maar moeten zien hoe het afloopt.

Waarom zei ik dat niet? Misschien durfde ik me niet kwetsbaar op te stellen. Misschien was mijn mentale model dat ik het antwoord moest weten. Misschien was ik bang niet voor ‘vol’ aangezien te worden. Misschien dacht ik dat het zo moest. Misschien dacht ik dat mensen dat van mij verwachtten. Ik weet het niet…..

Zolang je doet

Wat ik wel weet, is dat ik tegenwoordig wel zeg dat ik het niet weet, dat we niet weten hoe het afloopt, dat er geen zekerheid is, dat we moeten accepteren dat het leven is zoals het is, dat we als leerkrachten ook niet weten of het goed is wat we doen, dat we ook maar wat proberen, vallen en weer opstaan. Soms schrikken ouders of collega’s daarvan. Okay! Het is zoals het is…..

Terwijl ik hierover reflecteer, realiseer ik me hoe vals het beeld is wat toekomstige leerkrachten krijgen voorgeschoteld. We leiden mensen op met een stuk theorie, enige praktijkervaring en reflectievaardigheden. En we sturen ze de maatschappij in: klaar voor het onderwijs!

Maar is er iemand die jonge mensen vertelt dat ze beginnen aan een vak waarvan je nooit zeker weet dat je het goed doet, dat je voortdurend twijfels hebt over wat je doet en waarin er geen zekerheid is.

Is er iemand die jonge mensen vertelt hoeveel moed je moet hebben om leerkracht te worden? Moed, omdat elk kind en elke dag anders is. Moed, omdat er geen zekerheid is? Moed, omdat je het moet doen met wat er is, zonder randvoorwaarden. Moed, omdat je moet zeggen dat jij het eigenlijk ook niet weet.

Leerkracht, je weet niet hoe moeilijk het is voordat je het bent. En dan is het vaak te laat en ben je al verkocht…….

Oud gedaan jong geleerd

Ik ontmoette hem in de haven waar zijn platbodem lag. Een oudere, gebruinde man. Tikkeltje voorovergebogen, één been wat stram. Een grijze baard en bijna wit haar op zijn hoofd. Ik had hem al een paar keer in alle vroegte zien vertrekken met een koffertje en laptoptas. Ik vroeg me af wat zijn bezigheden op zo’n dag waren.

We raakten aan de praat en ontdekten dat we allebei een passie voor onderwijs hadden. Hij was drie jaar geleden met pensioen gegaan maar werd nog regelmatig gevraagd voor invalwerk. “Ik vind het nog geweldig”, zei hij, “maar dat moderne gedoe is niet altijd beter”. Ik vroeg hem wat hij daarmee bedoelde. “Kinderen moeten leren dat er verschil is tussen hen en de leerkracht. Ik laat me niet bij mijn voornaam noemen!”

Hij meldde dat hij de mannen op school miste. “Ik kom soms op een school met alleen maar vrouwen. Zijn ze blij dat ik binnenstap. Is er weer eens een man op school”. We wisselden van gedachten over de noodzaak van rolmodellen voor jongens en het (vermeende) drukke gedrag van jongetjes. Hij merkte op dat de talige aanpak voor de jongens niet altijd effectief is. “Je moet gewoon duidelijk zijn wat er mag en wat niet”. Hij moest grinniken omdat sommige ‘lastige’ figuren bij hem minder lastig gedrag vertoonden dan anders.

IMG_1668

“Maar ik heb wel met de collega’s te doen”, ging hij verder, “al die administratie, plannen, vergaderingen, verplichtingen. Het zou niets voor mij zijn. Als invaller kan ik me er redelijk aan onttrekken”. We filosofeerden over ‘vroeger’. De ruimte en vrijheid die er was maar ook de eigenzinnigheid van sommige collega’s daardoor. “Ach”, zei hij, “we slaan altijd zo door in onderwijs. Volledige controle is niet goed net zoals volledige vrijheid dat is. De middenweg lijkt een lastige in dit land”.

Ik wist nog steeds niet hoe oud hij was en vroeg hem tot hoelang hij nog voor de klas wilde blijven. “Ach, dat weet ik niet”, antwoordde hij, “toen ik drie jaar geleden stopte, had ik ook niet verwacht nu nog te zullen werken”. Met een glimlach tikte hij tegen zijn hoofd en liep door naar zijn bijna 100 jaar oude platbodem.

“Het is wat, hè?”, zei de eigenaar van de haven die ons had geobserveerd. “Zo’n kwieke oude baas van 75 jaar en nog voor de klas ook!”

Met ontzag keek ik naar de goed geconserveerde platbodem met haar passende kapitein….

Een beetje verliefd…..

Terwijl ik op mijn boot zat na te genieten van een zeildag, voer een zeilboot met een ouder stel binnen. Zij voorop met pikhaak, hij aan het roer. Traditionele rolverdeling.

Terwijl de boot de box invoer, probeerde zij het oplooplijntje te pakken om het schip netjes op zijn plek te houden. Dat mislukte en terwijl ze aan het hengelen was, lag de boot scheef in de box en raakte bijna de buurman.

De schipper zei niets, pakte de lijnen van de achterpalen en voer het schip verder de box in.
Trots meldde de vrouw: “Wim, ik heb het lijntje vastgemaakt. Wat moet ik nog meer doen?”
Hij antwoordde dat ze het prima gedaan had en dat ze nu even niets kon doen.
Nadat hij het schip had vastgemaakt, ging hij terug naar de kuip en kuste haar.
Ze pakten een biertje en gingen naast elkaar in de zon zitten.

IMG_1313

Ik hoorde ze uitgebreid met elkaar praten en toen ik goed naar ze keek, zag ik dat ze hun hoofden een beetje scheef naar elkaar hielden. Ze lachten.

“Zullen we een hapje gaan eten, Marja?”, vroeg hij. “Graag!”
Hij ging van boord en galant hielp hij haar op de steiger. Ik zag ze langskomen, ze liepen op nog geen 30 cm van elkaar.

Twee grijze hoofden, een beetje verliefd……

Je krijgt wat je denkt!

Onlangs zag ik de volgende uitspraken op een school:

  • Ik vertrouw bijna niemand.
  • Ik weet niet of mensen te vertrouwen zijn.
  • De meesten mensen zijn te vertrouwen, sommige niet.

Terwijl ik ze stond te lezen, liep er een collega langs. Hij daagde me uit om te reageren en ik antwoordde hem dat mijn tekst er niet bij stond. Ik kies ervoor om iedereen te vertrouwen, zei ik. “Dat herken ik’, reageerde hij, “maar dan wel totdat je vertrouwen beschaamd is”.

Vervolgens vroeg ik hem hoe vaak dat gebeurd was in zijn leven want ik red het met de vingers van één hand. Lachend merkte hij op dat hij toch wel een paar handen daarvoor nodig had.

In het daaropvolgende gesprek kwam naar voren dat het natuurlijk te maken heeft met je eigen kijk op de wereld. Einstein heeft ooit eens gezegd dat de meest fundamentele beslissing in je leven de keuze is of je in een vijandige wereld of in een vriendelijke wereld wil leven.

Onbewust heb ik ooit voor die laatste gekozen maar tegenwoordig ben ik me daarvan bewust. Ik wil geen energie steken in boosaardigheid, frustratie of angst. Het is veel eenvoudiger om onbevangen in de wereld te staan en het vertrouwen te hebben dat het is zoals het is.

Selph

Mensen noemen me soms daarom naïef of kinderlijk. Dat mag. Maar ik voel me er prettig bij! Ik heb onlangs een rechtszaak tegen een gemeente verloren en dat heeft me erg veel geld aan een advocaat gekost. Vrienden zeggen nu dat ik te veel vertrouwen in hem had en dat hij me geld heeft afgetroggeld. Want een advocaat is niet te vertrouwen! Ik weiger dat te denken. Uiteraard heb ik ervan geleerd maar dat betekent niet dat mijn open houding eronder lijdt. Ik denk nog steeds dat mijn rechtsman er bij de start van de zaak van overtuigd was dat ik een kans maakte om te winnen.

Wat natuurlijk meespeelt in situaties waarin we denken dat ons vertrouwen beschaamd is, is het perspectief waarmee je naar de zaak kijkt. Als ik bijvoorbeeld als leerkracht in een relatie met ouders ervan uitga dat zij vanuit hun perspectief naar de ontwikkeling van hun kind kijken, zie ik iets anders dan vanuit mijn perspectief. Maar is er dan vertrouwen geschonden? Volgens mij gaat het om twee verschillende werelden die elkaar op dat moment niet ontmoeten.

Het heeft natuurlijk ook te maken met de wijze hoe je ergens tegenaan kijkt. We bevestigen voortdurend onszelf in onze blik op de wereld. Wat je gelooft, zie je terug!

Als je denkt dat je vooral moet controleren, zie je voortdurend bewijzen terug dat dat inderdaad belangrijk is. Als je loslaat en de wereld laat zoals die is, merk je op dat alles vanzelf gaat.

Als je gelooft dat jij het voor je leerlingen moet regelen, zie je telkens bewijs daarvoor terug. Als je denkt dat kinderen het zelf kunnen regelen, blijken ze dat inderdaad te kunnen.

Als je mensen wantrouwt, zullen ze dat bewijzen. Als je mensen vertrouwt, krijg je vertrouwen terug.

Als we dus willen dat onze wereld verandert, moeten we onze kijk op de wereld veranderen.

Of is dat te naïef en te kinderlijk gedacht?

De eerste schooldag…

Het meisje staat in de kleutergroep met haar handen tegen het raam en ik hoor haar roepen naar haar moeder. Die staat buiten en werpt haar een handkus toe. Bij het meisje biggelen de tranen over haar wangen. De jonge vrouw weifelt nog even en verdwijnt dan uit beeld. Ik zie de kleuter met betraande ogen en natte wangen zich omdraaien. Ze kijkt het lokaal rond en gaat bij een vriendinnetje zitten. Nog geen minuut later zitten ze druk te kletsen met beiden een pop in hun handen.

Een tafereel wat niet onbekend is voor leerkrachten van de jongste groepen. Als directeur heb ik het ook talloze malen meegemaakt en vertelde ouders bij een intake gesprek altijd over dit voorval. Veel jonge kinderen vinden het moment van afscheid nemen moeilijk. Maar zo gauw ouders uit beeld zijn, gaan de meesten over tot de orde van de dag. Uitzonderingen uiteraard daargelaten.

Soms is er ook verdriet zichtbaar bij de ouders die hun kind op school achterlaten. Ik heb vaak een moeder na een half uurtje gebeld om verslag te doen van wat haar kind op dat moment aan het doen was. Gerustgesteld kon zij dan zelf ook verder met haar dag. We hebben ooit ouders en kind uitgenodigd om, vlak voordat het kind naar school ging, een moment te hebben om de eerste dag door te spreken. Na schooltijd liet de leerkracht dan het lokaal zien en maakte het kind enigszins vertrouwd met de nieuwe omgeving. Op deze wijze trachtten we de stap naar de basisschool kleiner te maken. Ik probeerde zo goed mogelijk ouders vooraf te informeren over het moment van afscheid nemen. En hen gerust te stellen dat hun kind zo gauw zij de hoek om waren, gewoon lekker met vriendjes aan de slag ging.

Loslaten

Begrijpen deed ik het echter pas toen ik zelf mijn zoon op de basisschool moest ‘achterlaten’. Ondanks de crèche waar hij vanaf zijn geboorte een paar keer per week heenging, had ik toch moeite met zijn eerste schooldag. Notabene op mijn eigen school…. Toen ik hem achterliet in de kring en naar mijn eigen kamer terugliep, voelde ik het. Ik ging aan mijn bureau zitten en kon niet aan het werk. Ik realiseerde me dat dit het gevoel was van die weifelende ouders. En het heette …… loslaten. Ik snapte ineens dat de pijn van het loslaten door ons kind gevoeld wordt. Die kinderen hebben allang opgemerkt dat, hoe dichterbij die eerste schooldag komt, er iets in ons gedrag verandert. Misschien worden ze daar zelf onzeker of bang door. De band tussen ouder en kind is nog zo sterk dat het voelt dat er iets niet klopt.

Wat gaat er dan door een kind heen? Op dat moment op die eerste schooldag dat je vader of moeder ineens, terwijl je samen in dat vreemde lokaal staat, ander gedrag naar jou laat zien. Misschien extra aardig of juist streng of weifelend en onzeker of juist zeker. En je weet het zeker! Er gaat iets mis! En je gaat huilen. Je ziet ook dat je vader of moeder het moeilijk vindt. Misschien zie je zelfs tranen. Terwijl je moeder wegloopt, laat jij met jouw verdriet zien dat je wilt dat ze blijft. Maar ze gaat toch. Verdrietig draai je je om en zie je dat meisje uit de straat. Wat heeft ze in haar handen? Een pop? Waar heeft ze die vandaan?

Loslaten. Op het moment dat je kind geboren wordt, staan er ontelbare momenten van loslaten in je agenda geboekt. En telkens weer kost het pijn en moeite. Je verlegt je grens maar verderop zie je alweer de volgende loslaat-berg of loslaat-ravijn. Laat het maar los, je kunt het niet beheersen of controleren. Leer maar te vertrouwen. Vertrouwen in je kind, vertrouwen in jezelf, vertrouwen in het leven.

 

Deze blog is eerder gepubliceerd in Kinderwijz magazine van januari 2015.

Mindfulness moet je doen om het te begrijpen

Of zoals Cruijff zegt: je snapt het pas als je het doorhebt..

Ik was gisteren In Driebergen bij HetKind voor de lezing over mindfulness van Anne Speckens. Zij is hoogleraar psychiatrie en trainer mindfulness en heeft onderzoek gedaan naar de effecten van mindfulness.

Speckens presenteerde de avond ook mindful. Ze is vriendelijk, voor zichzelf en het publiek, is met aandacht bij haar verhaal, luistert echt naar de reacties van het publiek. En ze stond er, in het hier en nu. Dit ben ik en daarmee moeten jullie het doen. Wat mij betreft liet ze daarmee direct zien dat zij mindfulness in haar leven geïntegreerd heeft.

De korte oefening die ze al snel op de avond met de zaal deed, ontlokte Luc Stevens later de uitspraak dat alle aanwezigen op dat moment gelijk waren. Iedereen tegelijk bezig, ongeacht afkomst, ervaring of kennis, met waarnemen. En tegelijk dus ook in verbinding met elkaar. Een mooie reflectie…

Speckens gaf wat korte info over mindfulness en de basistraining en daarna lichtte ze verschillende onderzoeken over mindfulness toe en liet zien wat de effecten waren.

In haar verhaal gaf ze ook aan dat je eigenlijk niet over mindfulness moet praten maar dat je het moet doen. Het gaat minder om kennis en meer om vaardigheden. Als leerkracht PO en trainer Mindfulness (volwassenen en kinderen) herken ik dat helemaal maar vroeg me tegelijkertijd af waarom dan vanavond niet? Er zijn zoveel korte leuke oefeningen om leerkrachten te laten ervaren wat ze met kinderen kunnen doen en er zijn korte filmpjes die verduidelijking geven.

Speckens is geen onderwijsdeskundige en hield een heldere en duidelijke lezing over mindfulness. Ik heb het gevoel dat veel aanwezigen meer wilden weten over de praktische toepassing in het onderwijs.

Mindful onderwijs is meer dan

Hoe leuk was het geweest om naast de startoefening halverwege een oefening te doen die leerkrachten morgen met hun leerlingen kunnen doen? En de avond af te sluiten met een oefening die gelijk iets van ‘huiswerk’ met zich meedraagt?

Je moet het gewoon doen…….

Mijn ervaring is dat veel leerkrachten ‘de kat uit de boom kijken’ wat mindfulness betreft. Tijdens en na afloop van de training ontstaat het enthousiasme en de waardering voor dit gedachtegoed pas. En dat ontstaat door het te doen, door te oefenen, door te ervaren.

En dan kom ik weer bij Cruijff uit……..