Waar is de autonomie van de leerkracht gebleven?

De werkvreugde van veel leerkrachten is op dit moment laag. Er wordt geklaagd over de administratieve druk, over de CAO, over ouders, over de politiek, over de inspectie en over CITO. “Het werken met kinderen is leuk maar de rest niet”, is een veelgehoorde uitspraak. Toch ken ik heel veel leerkrachten die met plezier naar school gaan en zich niet herkennen is bovenstaand beeld. Hoe zit dat dan?

Als we uitgaan van de drie basisbehoeften Relatie, Competentie en Autonomie die ieder van ons nodig heeft om goed te functioneren, krijg ik de indruk dat veel mensen in het onderwijs hun gevoel van autonomie zijn kwijtgeraakt. De leerkrachten die het plezier nog wel hebben, kiezen ervoor om zelf verantwoordelijk te blijven voor wat ze doen. Ze lijken te beseffen hoe hard ze hun autonomie nodig hebben en eisen dit op.

Maar ik begrijp heel goed dat leerkrachten het enthousiasme voor het vak verliezen. Het zijn minimaal HBO-opgeleide professionals die steeds meer in een keurslijf worden gedrukt. Mensen met HBO worden geacht hun werk op eigen wijze te kunnen doen met richtlijnen en einddoelen. Helaas wordt er steeds nauwkeuriger voorgeschreven wat leerkrachten moeten doen maar vooral ook HOE dat moet:

  • Veel methodes zijn zo geschreven dat er geen ruimte meer is voor de eigenheid van de leerkracht. Handleidingen zijn spoorboekjes geworden die soms van minuut tot minuut voorschrijven hoe de les zich voltrekt.
  • Maatschappelijk verantwoorde projecten worden op school gedropt. Van seksuele verschillen tot aan een gezond ontbijt en van sponsorlopen voor de schoolbieb tot aan acties voor ontwikkelingslanden toe.
  • Veel scholen kiezen voor een toetsencircus om door middel van cijfers de illusie van controle te hebben. En na een toets dient vervolgens beschreven te worden wat een leerkracht met deze gegevens gaat doen.
  • Er zijn besturen die zich meer en meer met de inhoud van het onderwijs bemoeien, van schoolbezoeken tot aan verplichte nascholing.
  • Directie en IB zijn de buffer tussen leerkrachten en inspectie, bestuur en overheid en doen dit soms op een wijze die de druk op leerkrachten extra verhoogd.
  • In het beleid van scholen wordt niet altijd uitsluitend naar het belang van het kind gekeken. Vanuit financiële of management-overwegingen kiest men voor zaken waar leerkrachten extra werkdruk door krijgen. Veel leerkrachten zijn bijvoorbeeld ontevreden over nieuwe roosters waardoor hun lunchpauze (en voorbereiding) beperkt wordt.
  • De nieuwe CAO wordt ervaren als een knellend, voorschrijvend document dat vrijheden verder inperkt.

Mijn eigen verhaal

Het gevoel dat ik mijn vrijheid, mijn ruimte, aan het verliezen was, heeft mij jaren geleden doen besluiten om te stoppen met dit werk. Ik besefte dat ik een hekel kreeg aan de school en meer en meer ging verlangen naar de vakanties. Door de liefde voor de kinderen (die ik nog steeds mis), stelde ik de stap telkens uit.

Maar uiteindelijk was de emmer vol en besloot ik mijn eigen weg te gaan.

En vond ik mijn autonomie weer terug…..en mijn levensplezier! Ik besef me daardoor nog beter hoe belangrijk het is dat we zelf sturing kunnen geven aan datgene wat we doen.

Het lijkt me niet de bedoeling dat iedereen deze stap zet maar het liet mij wel zien hoe belangrijk het is dat het onderwijsleerproces gevormd kan worden door degene die het ook uitvoert. De leerkrachten, samen met hun leerlingen.

Doelen en kaders mogen bepaald worden door de eindverantwoordelijken maar de leerkracht is verantwoordelijk voor de dagelijkse uitvoering en hij/zij kan dit op zijn eigen wijze doen.

Waarom veel leerkrachten zich dit uit handen hebben laten nemen, is wat mij betreft niet interessant. Ik zou willen dat ze het weer terugkrijgen en die opdracht is veel boeiender.

Als ik kijk naar de scholen waar leerkrachten elke dag met plezier aan hun dag beginnen, zie ik mensen die trots zijn op hun vak. Die hun plaats opeisen, zowel naar leidinggevende als bestuur als overheid. En soms vraagt dat (burgerlijke) ongehoorzaamheid en soms lukt dat door te communiceren over wat men wil. Want het valt me wel op dat deze mensen weten dat ze voor zichzelf moeten opkomen, voor hun vak, voor hun leerlingen. Ze vinden dat ze het waard zijn.

Leerkrachten die ontevreden zijn met hun eigen situatie, bereiken niets met klagen of mopperen. Het enige dat bereikt wordt, is een slechte werksfeer, voor henzelf en hun collega’s. Negatieve energie.

Hoe dan wel?

Met elkaar opbouwend in gesprek gaan hoe je het anders vorm zou kunnen geven. Met elkaar spreken over ongemakkelijke situaties. Elkaar steunen als het lastig gaat, met elkaar knokken tegen de plannenmakers met hun bureaucratie. Met elkaar vaststellen wat nodig is en wat weg kan. Met elkaar lachen, huilen en het met elkaar spannend vinden. Met elkaar kwetsbaar zijn. Want betekenisvol onderwijs kan niet anders dan ongemakkelijk en onvoorspelbaar zijn, voor leerling EN leerkracht…..

Het wordt tijd om te kiezen.

Kiezen voor jezelf en je vak.

Weten wat je wilt.

Weten wat je nodig hebt.

En voelen dat je ertoe doet!

Je kunt het…..

Over 20 jaar