Oma, ik heb er weer één gevonden!

Op zondag 5 oktober, een prachtige najaarsdag, liep ik door de Duinen van Voorne. Vanwege het mooie weer waren er veel ouders en grootouders met hun (klein)kinderen op stap.
Wat me opviel, was het enthousiasme, de gretigheid, de leergierigheid en het energieke gedrag waarmee de jonge mensen in de wereld staan. Ik realiseerde me hoe simpel het is om te leren als je in een betekenisvolle situatie bent.

– Het meisje van 4 jaar dat met haar moeder de blauwe paaltjes volgt. Braaf zegt ze bij elk paaltje “Blauw!”. Ze ziet een kruispunt en rent vooruit. Ik hoor haar roepen naar haar moeder dat blauw “naar die kant gaat”. Haar moeder zegt dat die kant naar links is. Ik zie het meisje denken en dan zegt ze: “Dan gaat geel naar rechts en rood rechtdoor!” Ik besef me dat het met kleuren en rechts/links goed gaat met deze kleuter.

– Op hetzelfde kruispunt wil een jongetje verder met de gele route in plaats van de blauwe. Zijn moeder hurkt bij hem neer en vertelt hem dat de blauwe route 2,5 km lang is en de gele 5,5 km is. Ze zegt: “Dat is twee keer zoveel als de blauwe en je zei net al dat je een beetje moe werd. Denk eens na of je dat wel wilt?” Ik zie het jochie twijfelen want twee keer zo moe? Hij ervaart zo wel wat twee keer zoveel is en zijn gevoel voor autonomie wordt versterkt want zijn moeder laat de beslissing aan hem over.

– Bij een boom die omgewaaid is, zijn kinderen bezig hem te beklimmen. Ze trainen opnatuurlijke wijze hun evenwichtsgevoel en ruimtelijke oriëntatie, zijn bezig met motorische ontwikkeling en leren over hun eigen lichaam. Ze helpen elkaar, laten aan elkaar zien hoe je ergens kunt komen en stimuleren elkaar. Kortom, door samen te werken, bereiken ze hun doelen!

– Verderop hoor ik een meisje voorstellen aan haar ouders om een ander pad te kiezen: “Want dat is veel spannender” . Het paadje dat ze wil gaan volgen, hoort niet bij de route en wordt weinig gebruikt. Het levert echter wel een doorkijkje op naar iets wat op een meertje lijkt. Maar haar ouders vinden dat je niet van de route moet afwijken. “Alle mensen volgen dit pad dus wij ook”. Het meisje wat buiten de kaders wil treden, krijgt toestemming om even te gaan kijken maar om onmiddellijk weer terug te komen.

IMG_3592

– Een jochie is bezig om met een stokje in de uitwerpselen van de Schotse hooglanders te prikken. Zijn opa laat hem zien dat vliegen en allerlei kevertjes leven in de poep van deze dieren. Ik hoor hem vertellen over de kringloop van de natuur. Het jochie luistert ademloos en ik vraag me af of hij dit moment ooit zal vergeten.

– Dan kom ik een familie tegen die de weg kwijt is. Ik vertel ze waar ze zijn en ze realiseren ze zich dat ze verkeerd lopen. Ze gaan de andere kant op. Een half uurtje later kom ik ze weer tegen en ik besef dat ze in een rondje lopen. Even later hoor ik het jongetje (jaar of vijf) roepen: “We zijn hier al geweest; we lopen in een rondje!” Zijn moeder en grootouders lijken hem niet te geloven en hij moet praten als Brugman. Ik glimlach en realiseer me hoe goed dit jonge mens al is in zijn waarnemingsvermogen en ruimtelijk inzicht.

– Sommige pubers die ik deze dag tegenkom, lopen hand in hand met één van hun ouders en ik realiseer me dat de basisbehoefte relatie ook bij deze generatie hard nodig is. Ondanks de sterke drang naar autonomie op deze leeftijd, is contact met je ouders een levensvoorwaarde.

– Veel kinderen zijn materialen aan het verzamelen voor het thema Herfst op school. Ik zie een vader die met zijn zoontje aan het tellen is en ik hoor hem vragen: “Waar heb je er nu meer van, eikels of dennenappels? Wat is het verschil?”
Ik hoor een meisje tegen haar oma roepen: “Oma, ik heb er weer één gevonden!” Ze rent met haar dennenappel haar haar grootmoeder. Deze vraagt aan haar om het verschil te benoemen met de andere dennenappels. Leuke oefeningen, denk ik tevreden…..

Als ik thuis reflecteer op de dag, bedenk ik me dat ik vandaag de basisbehoeften Relatie, Competentie en Autonomie op een natuurlijke manier heb zien langskomen. Zo werkt het, in het echte leven!

Maar al die ouders en grootouders hadden niet met hun kroost naar de duinen of het bos gehoeven. Alles wat de kinderen vandaag geleerd hebben, hadden ze ook thuis, in de woonkamer, kunnen leren:
Kleuren en rechts/links leren, kun je thuis oefenen met potloodjes en je handen.
Wat twee keer is, doe je door twee keer zoveel snoepjes op tafel te leggen. Of door sommetjes te maken.
Evenwichtsoefeningen kun je thuis op een drempel oefenen.
Binnen de kaders blijven leer je bijvoorbeeld door niet buiten de lijntjes te kleuren. En daarvoor te belonen!
Op internet kun je alles vinden over het nut van mest voor insecten.
Met oefeningetjes op plattegronden kun je ruimtelijk inzicht ontwikkelen.
Tellen en visuele discriminatie kun je leren met spelletjes op de computer, sommen maken en lezen.

Maar …………….
zien we dan ook enthousiasme, gretigheid, leergierigheid en energiek gedrag?